Zelfs veganisme is tegenwoordig al multinational-business.
Bleek tijdens Veggie World 2020, in de Utrechtse Werkspoorkathedraal. Want georganiseerd door een Duits bedrijf (Europas älteste und größte Messe rund um einen pflanzlichen Lebensstil), dat dezelfde veganistische beurzen organiseert in Barcelona, Berlijn, Parijs, Shanghai, Zürich, Hong Kong en Milaan. Op de Utrechtse editie kwam tout vegan Nederland af: het was dringen geblazen bij de stands met vegan ijsjes, soepen, koekjes, snoepjes, nutteloze frutsels en zelfs energie (Vandebron, waarvan ik het veganistische gehalte wat betwijfelde).
Een bezoekje was niet mijn eigen idee, maar vanwege het verzoek te jureren bij de eerste Vegan Cheese Awards. “Je gaat toch niet je vrije zondagmiddag opofferen om vieze nep-kaas te gaan zitten eten!”, werd er vanuit huiselijke kring nog geroepen. Maar het geval wilde dat ik op de Biobeurs in Zwolle een paar weken eerder mijn scepsis over de volledig plantaardige kaas al had moeten opschorten. Een Italiaanse ‘camembert’ gemaakt van cashewnoten bleek eigenlijk best lekker, dankzij fermentatie met dezelfde bacteriën als die ze voor zuivelkaas gebruiken.
Dat was ook de crux bij de vier veganistische kazen die de zevenkoppige jury (met zowel veganisten en vegetariërs als af-en-toe-een-beetje-vlees-eters, waaronder ondergetekende) in Utrecht kreeg geserveerd. Ook daar won een camembertachtige witschimmelkaas, de Petit Lorrain van Petit Veganne uit Frankrijk. Prima te eten. Het mist nog de diepgang en complexiteit van gerijpte zuivelkazen. Maar die vegan kazen worden pas sinds een jaar of 4 gemaakt. Daar valt nog een boel aan door te ontwikkelen.
Puntje van aandacht: plantaardige kazen worden vooral met cashewnoten en kokosvet gemaakt. Met grondstoffen uit Verweggistan dus. Dat moeten wij kaaskoppen toch ook uit de Nederlands klei kunnen trekken! Mijn ideeën daarover verklap ik nog niet. Misschien heb ik wel het veganistische ei van Columbus in handen. En kan ik dat over een paar jaar, à la De Vegetarische Slager, aan Unilever verkopen.
Vooruitlopend op de vegan kaas van eigen bonen maken we spread van tuinbonen. Een onterecht ondergewaardeerde, want zeer smakelijke en veelzijdige en bovendien oeroude plantaardige eiwitbron van eigen bodem. Makkelijk in eigen tuin te telen en dan geblancheerd in te vriezen. Gedroogd bewaren kan ook. Mocht je er (nog) niet aan kunnen komen, kun je eventueel witte of kievitsbonen gebruiken, uit blik of geweekt en gekookt.
Tuinbonenspread
* tuinbonen, hoeveelheid naar believen
* bonenkruid
* walnotenolie
* peper en zout
* tahin
* citroensap
Kook de gedopte tuinbonen met het bonenkruid in een bodempje gezouten water gaar. Giet af en pureer de bonen met een staafmixer. Roer er een beetje walnotenolie door. Breng op smaak met peper en zout, wat druppels citroensap en een beetje tahin, om te beginnen een theelepel.